in groepjes van 4 werken. |
iemand uit het tweede leest voor. |
goed luisteren naar het verhaal. |
Waar gaat het over? |
Nadien aan de slag. |
knippen van de prenten. |
Op volgorde kleven. |
Wat hoort eerst? |
Nadien inkleuren |
Zo wordt het mooi. |
geconcentreerd werken. |
Kleurtjes kiezen |